Waarom studenten betrekken bij toetsen?

4 december 2019| Tags:, , | Tags:

Door: Veronica Bruijns (Hogeschool van Amsterdam)

Studenten een actievere rol geven is een actuele ontwikkeling in het onderwijs. In “Students as partners” (Healey, Flint, & Harrington, 2014) wordt deze actieve rol van studenten bij onderwijs, onderzoek en organisatie van het onderwijs uiteengezet. Het doel is de leerervaringen van studenten te versterken. Ook voor toetsing geldt dat er veel mogelijk is om studenten actief te betrekken en dit wordt al veelvuldig toegepast, met name in het buitenland (Bruijns, 2017).

Zoals in het overzicht is aangegeven zijn de mogelijkheden legio. Studenten kunnen samen met docenten bepalen met welke bewijzen ze hun competenties aantonen, docenten kunnen studenten laten kiezen uit twee of meer toetsvormen, studenten kunnen een rol krijgen in het samenstellen van de eigen toets, in keuze in het maken van vragen en in een keuze in weging, studenten kunnen zichzelf beoordelen en een cijfer voorstellen, zgn. incremental grading (Köppe, 2018), ect. De Themagroep ‘Studenten betrekken’ vindt dit een interessante ontwikkeling. Komend jaar gaan we praktijken verzamelen bij opleidingen die studenten betrekken, specifiek bij toetsing. Als kick off zetten we in deze blog op een rij wat voor ons de argumenten zijn om studenten bij toetsing te betrekken.

 

Figuur 1. Overzicht van de mogelijkheden om studenten te betrekken bij toetsing op basis van literatuurstudie (Bruijns, 2017).

Deze argumenten zijn wat ons betreft tweeledig. Het eerste argument is dat studenten door actieve participatie bij toetsing goed worden voorbereid op hun latere werkpraktijk. Het tweede argument is, zoals Healey et al. (2014) ook zeggen, dat het leren van studenten wordt versterkt doordat ze meer eigenaarschap krijgen over hun leerproces.

Als opleidingen hebben we de taak onze studenten op te leiden voor een professionele rol in hun latere werk. Dit is aan voortdurende veranderingen onderhevig, waardoor een leven lang leren steeds actueler wordt. Dat betekent dat we onze studenten moeten toerusten met relevante competenties om veranderende werkomstandigheden het hoofd te kunnen bieden. Kritisch zijn op het eigen functioneren, feedback verwerken, mogelijkheden zien en hierop anticiperen worden steeds belangrijker. Om dit te kunnen, moeten professionals een goed inzicht hebben in hun eigen kwaliteiten, mogelijkheden en leerbehoeften. Ze moeten denken in kwalitatieve criteria en aan de hand hiervan eigen en andermans werk beoordelen, en moeten vervolg geven aan feedback van leidinggevenden en collega’s. De opleiding biedt hiervoor idealiter de optimale leeromgeving. Toetsactiviteiten zijn bij uitstek de gelegenheden om deze competenties te oefenen. Ze bieden een scala aan mogelijkheden voor een actieve rol van studenten: het ontwikkelen van criteria, het vertalen van criteria in leeractiviteiten, het beoordelen van eigen en andermans werk en het geven van feedback aan medestudenten. Bijvoorbeeld: als studenten meedenken over de beoordelingscriteria, zal het voor hen duidelijker zijn waar het beroepsproduct dat ze aan het maken zijn aan moet voldoen.

Dan het tweede argument: het versterken van het leerproces. Een actieve rol bij toetsactiviteiten draagt hier op verschillende manieren aan bij.  Ten eerste leren studenten omgaan met criteria om hun eigen werk en andermans werk te beoordelen. Wat maakt iets goed? Wat kan er verbeterd worden? Hoe vertel ik dat? Ten tweede ontstaat er meer ruimte voor feedback tussen studenten en docenten en studenten onderling. Gerichte en tijdige feedback is een bewezen en sterk leermiddel (Hattie & Timperley, 2007). Ten derde blijkt uit onderzoek op dit gebied  dat studenten meer eigenaarschap ervaren, het positief werkt op de motivatie en dat ze meer verantwoordelijkheid nemen voor hun leerresultaten (Francis, 2008, Irwin & Heppelstone, 2012). Ten vierde krijgt de docent een beter zicht op wat studenten niet begrijpen en kan daarmee gerichter studenten ondersteunen in hun leerproces. Tot slot kan het ervoor zorgen dat summatieve toetsing, naast formatieve toetsing, een integraal onderdeel wordt van het leerproces. De positieve effecten worden in de onderzoekliteratuur aangeduid als student empowerment (Francis, 2008) en student ownerschip (Irwin & Heppelstone, 2012).

Er zijn ook aandachtpunten: Als losse individuele activiteit van een docent heeft het waarschijnlijk geen blijvend effect. Het zal pas werken als een opleidingsteam het idee om studenten te betrekken omarmt en gezamenlijk bedenkt hoe dit gedurende de opleiding kan worden vormgegeven. Teams kunnen starten in de propedeuse met studenten vragen te laten maken en inzicht te geven welke vragen bij welke niveaus van Bloom passen. Dit kunnen ze geleidelijk uitbreiden met bijvoorbeeld keuze voor eigen toetsvorm en peer assessment. Zo kunnen studenten zich gaandeweg feedback literacy eigen maken.  Andere aandachtspunten uit de literatuur: studenten betrekken betekent voor docenten dat ze studenten toelaten op een gebied waar docenten gewend waren een bepalende rol te spelen (Sadler, 1989). Begeleiding en instructie door docenten bij toetsactiviteiten van studenten is belangrijk voor het welslagen (Irwin & Heppelstone, 2012).

De themagroep ‘Studenten betrekken’ wil dit studiejaar het betrekken van studenten bij toetsing verder verkennen. Wat opleidingen al toepassen, welke effecten ze zien en welke knelpunten er zijn. We komen graag in contact met collega’s die studenten een actieve rol geven bij toetsing. Op 16 maart 2020 organiseren we een themamiddag over ervaringen met studenten betrekken bij toetsing.

Leden van de themagroep ‘studenten betrekken bij toetsen’:

Veronica Bruijns (Hogeschool van Amsterdam)
Erika Rob (De Haagse Hogeschool)
Kelly Beekman (HZ University of Applied Sciences)
Martijn Leenknecht (HZ University of Applied Sciences)

Ik zoek…

Nieuwsbrief ontvangen

Bijdrage leveren

Neem contact op als je een bijdrage wilt leveren aan Platform Leren van toetsen