Fontys Hogescholen: Bachelor Communicatie – International Event Music and Entertainment Studies (IEMES)

Ieder semester heeft 9-12 leeruitkomsten binnen de 7 competenties die de studenten aan moeten tonen in een portfolio. Deze competenties, gebaseerd op het opleidingsprofiel van de LOCO, gaan over (1) context en strategie, (2) doelgroep en gedrag, (3) concept en creatie, (4) planning en organisatie, (5) overtuiging, (6) draagvlak en verbinding, en (7) professioneel handelen. Per semester zijn op basis van deze competenties leeruitkomsten bepaald die toenemen in de mate van zelfsturing en complexiteit. Zo is er in semester 1 en 2 veel ruimte voor het opbouwen van een kennisbasis, terwijl in latere semesters studenten deze kennis geïntegreerd aantonen in de producten die ze aanleveren, waarvoor hogere cognitieve vaardigheden nodig zijn.

Studenten krijgen een semester lang de tijd om de daarbij aansluitende leeruitkomsten aan te tonen met producten die ze aanleveren. Er wordt een lijst met beroepsproducten gegeven die ter inspiratie kan dienen voor het aanleveren van producten. Vaak komen de beroepsproducten die studenten aanleveren voort uit de projecten waar studenten aan werken. Deze projecten worden ook wel ‘Wicked Problems’ genoemd en worden gedaan in opdracht van het werkveld. De deelproducten die studenten daarbinnen opleveren worden vaak gebruikt als datapunten en worden voorzien van feedback. Bijvoorbeeld een startgesprek, doelgroep analyse, etc. Zowel het product als de feedback hierop wordt meegenomen als datapunt in het portfolio. Wel zijn er enkele randvoorwaarden bepaald voor de datapunten, waaronder het opnemen van feedback vanuit in ieder geval peers, interne experts en het werkveld binnen elke competentie. Een zelfbeoordeling, reflectie en verantwoording bij de aan te tonen leeruitkomsten wordt ook verwacht. Hierbij wordt volgens de VRAAK-criteria gewerkt om te zorgen dat er voldoende zichtbaar is dat studenten daadwerkelijk competent zijn en er geen sprake is van een éénmalige toevalstreffer. Het aantal datapunten varieert per student, maar zit volgens schattingen op 30-50 datapunten per portfolio.

Feedback is een belangrijk onderdeel van het programma. Studenten krijgen een theoretische basis en oefenen met het geven en ontvangen van feedback. Studenten worden digitaal gefaciliteerd in het vragen van feedback in Teams (aan interne experts) en GrowFlow (aan externe experts). Daarnaast hebben studenten ook een los Teams kanaal per company (klas) waar iedere student een eigen map heeft voor het portfolio. Hier kunnen studenten stukjes delen met anderen om feedback op te halen. Daarnaast wordt er in de wekelijkse voortgangssessies met de coach in groepen van 4-6 studenten besproken welke feedback er is opgehaald, hoe studenten daarmee aan de slag kunnen gaan en wat dat betekent voor hun leerproces. Halverwege het semester is er een gesprek met twee coaches waarbij er wordt gefocust op hoe de student zich verhoudt tot de leeruitkomsten die aangetoond dienen te worden aan het eind van het semester.

De beslisprocedure aan het einde van het semester vindt plaats op basis van het portfolio dat de student in het gehele semester opbouwt en uitbreidt. Studenten mogen zelf kiezen hoe ze het portfolio vormgeven (denk aan website, pdf, etc.). Na het inleveren van het portfolio wordt deze bekeken door de coach en een interne expert. Zij vullen los van elkaar het beoordelingsformulier in waarop zij aangeven of alle leeruitkomsten zijn behaald. Wanneer de coach en de expert het niet met elkaar eens zijn, wordt het portfolio meegenomen in de kalibreersessie, waar ook studenten besproken kunnen worden waar inhoudelijke experts wellicht vragen over hebben. Het oordeel is behaald, niet behaald of excellent. Indien er sprake is van excellent dan is dat op basis van een aanvraag en onderbouwing van de student. Een aparte commissie bekijkt alle aanvragen voor excellent, bestaande uit twee coaches en een toetsdeskundige. Remediëring gaat in overleg tussen de coach en betreffende student.