Programmatisch toetsen in het hbo: dat vraagt moed!
Irene Biemond (Hogeschool Van Hall Larenstein), Marleen Kaijen (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen), & Wendy Peeters (Hogeschool Utrecht)
Aan de slag gaan met programmatisch toetsen is moeilijk en geeft misschien hier en daar buikpijn (Sluijsmans, 2021). Moeten we het dan maar niet doen? Wij hebben rondgekeken bij opleidingen die met het concept werken en concluderen dat je met een gerust hart aan de slag kunt als aan vier voorwaarden is voldaan.
In het hbo willen we een nieuwe generatie studenten opleiden die antwoorden vinden op grote maatschappelijke vraagstukken. Die nieuwe generatie ontwikkelt zich blijvend, bedenkt nieuwe ideeën, werkt interprofessioneel samen en gaat om met complexiteit en dynamiek. We weten dat de huidige manieren van toetsen daaraan niet voldoende bijdragen (Sluijsmans & Segers, 2018). Opleidingen proberen daarom anders te toetsen.
Dat kan door relatief kleine verbeteringen in te voeren, bijvoorbeeld door meer formatief te evalueren, meer holistisch te beoordelen of meer samen met het werkveld te beslissen. Bij programmatisch toetsen (Van der Vleuten et al., 2012) ga je verder en neem je al deze verbeteringen mee in een ander onderwijsparadigma. Toetsen en onderwijs zijn in dit concept onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het kost tijd en energie om dit concept in te voeren. We weten echter dat er positieve resultaten te verwachten zijn (Schut et al., 2021) en vinden programmatisch toetsen daarom te veelbelovend om het op voorhand op te geven.
Graag schetsen we vier essentiële voorwaarden uit praktijk en theorie (Torre et al., 2021) die aanwezig moeten zijn voordat je de weg van programmatisch toetsen inslaat.
Voorwaarde 1: programmatisch toetsen sluit aan bij de visie op onderwijs
Programmatisch toetsen is geen doel, maar een middel om het leren van studenten te bevorderen. Daarbij is de visie op leren leidend. Programmatisch toetsen past bij opleidingen die hun studenten willen stimuleren meer regie te nemen op het eigen leerproces, waarbij zelfregulatie wordt bevorderd en ruimte is voor reflectie en urgente leervragen. Voor veel opleidingen is het ook een manier om het hordelopen in de opleiding te verminderen en juist het leerproces op lange termijn te stimuleren (Baartman, Van Schilt-Mol & Van der Vleuten, 2020). Als een opleiding geen gedeelde visie op leren heeft, raden we aan hier eerst bij stil te staan en pas dan te bepalen of programmatisch toetsen daarbij past.
Voorwaarde 2: heldere ruggengraat
Het concept programmatisch toetsen gaat ervan uit dat een student zich ontwikkelt langs beoogde leeropbrengsten/leeruitkomsten/competenties/beroepstaken die doelbewust en integraal zijn uitgedacht (Baartman, Van Schilt-Mol & Van der Vleuten, 2020). Als een opleiding nog niet over een dergelijke ‘ruggengraat’ beschikt, raden wij aan om die eerst met elkaar (opleiding, beroepenveld) vast te stellen. Op basis daarvan kan het opleidingsprogramma inclusief datapuntenprogramma worden ingericht (zie Biemond & Baartman, 2021).
Voorwaarde 3: de wil om een leer- en feedbackcultuur te laten ontstaan
Belangrijk doel van programmatisch toetsen is dat studenten feedback gebruiken (Boud, 2019). Niet alleen bij vastgestelde datapunten, maar ook in leertaken, opdrachten en workshops, zowel binnen de opleiding als in het werkveld. Dit vraagt om een echte leer- en feedbackcultuur bij studenten. Maar ook docenten en onderwijsmanagers moeten bereid zijn om met elkaar mee te kijken, om elkaar feedback te geven en erom te vragen en om studenten om feedback te vragen. De wil om zo’n leer- en feedbackcultuur in de opleiding te laten ontstaan moet binnen het docententeam én bij de onderwijsmanager(s) aanwezig zijn. Dat gebeurt vanuit een gezamenlijke visie en de bereidheid om te veranderen.
Voorwaarde 4: moed
Programmatisch toetsen vraagt om ‘omdenken’: bijna alle eerdere ideeën en ervaringen over onderwijs en vooral over toetsing worden vervangen door nieuwe denkbeelden. Docenten kijken voortdurend mee met studenten: waar staan ze in hun ontwikkeling, waar is een duwtje in de rug op zijn plek? Dat vergt niet alleen een ander toetsbeleid en een gedegen en heldere beslisprocedure, maar bijvoorbeeld ook een meer coachende rol van de docent en een andere leeromgeving. Zo’n omslag in denken vraagt moed van een opleiding. Moed om ‘gewoon te proberen’, om fouten te maken en daarvan te leren, om zichzelf tijd te gunnen.
Als aan deze voorwaarden is voldaan kun je met een gerust hart met programmatisch toetsen aan de slag gaan. En het goede nieuws is, dat we steeds beter leren wat wel en niet werkt (zie Torre et al., 2021).
Het is aan ons, onderwijsprofessionals, om vanuit het concept een vertaling te maken naar een eigen recept dat past bij ons beroepsprofiel, de ruggengraat van de opleiding, de opleidingscultuur en onze studenten. Je gaat met elkaar aan de slag zonder vooraf precies te weten waar je uit gaat komen (Wierdsma & Swieringa, 2017). Het vraagt om conceptueel scherp te zijn. De taal uit het ene concept -bijvoorbeeld summatief en formatief toetsen – is niet zomaar te gebruiken binnen het andere concept. Anders liggen misconcepties op de loer. En daar zou je wel buikpijn van kunnen krijgen. Het is daarbij nodig de kunst van het niet weten te verstaan, je onderzoekend vermogen aan te wenden en onzekerheid te verduren (Kaijen, 2020).
We nodigen opleidingen van harte uit om elkaar, bijvoorbeeld via het leernetwerk programmatisch toetsen, op te zoeken om ervaringen te delen en zo programmatisch toetsen verder te ontwikkelen.
Bronnen
Baartman, L., van Schilt-Mol, T., & Van der Vleuten, C. (2020). Programmatisch toetsen: Voorbeelden en ervaringen vanuit de praktijk. Boom Uitgevers.
Biemond, I., & Baartman, L. (2021). Backward design bij programmatisch toetsen: Een stappenplan voor het opstellen van een toetsprogramma bij programmatisch toetsen. Examens, 2, 40-47. https://www.professioneelbegeleiden.nl/backward-design-bij-programmatisch-toetsen
Boud, D. (2019, 7 juni). Feedback must have an impact [Keynote]. Festival Leren van toetsen, Tilburg. https://lerenvantoetsen.nl/keynote-david-boud-symposium-2019/
Kaijen, M. (2020). Leren(d) Innoveren. Naar zinvol en betekenisvol onderwijs in het hbo. Ten Brink Uitgevers.
Schut, S., Maggio, L. A., Heeneman, S., Van Tartwijk, J., Van der Vleuten, C., & Driessen, E. (2021). Where the rubber meets the road: An integrative review of programmatic assessment in health care professions education. Perspectives on Medical Education, 10(1), 6–13. https://doi.org/10.1007/s40037-020-00625-w
Sluijsmans, D., & Segers, M. (2018). Toetsrevolutie: Naar een feedbackcultuur in het hoger onderwijs. Phronese.
Sluijsmans, D. (2021, 30 juni). Programmatisch toetsen: Evidence-informed, maar niet zonder buikpijn. Toetsrevolutie. https://toetsrevolutie.nl/?p=1971
Van der Vleuten, C. P. M., Schuwirth, L. W. T., Driessen, E. W., Dijkstra, J., Tigelaar, D., Baartman, L. K. J., & Van Tartwijk, J. (2012). A model for programmatic assessment fit for purpose. Medical Teacher, 34(3), 205-214. https://doi.org/10.3109/0142159x.2012.652239
Torre, D., Rice, N. E., Ryan, A., Bok, H., Dawson, L. J., Bierer, B., Wilkinson, T. J., Tait, G. R., Laughlin, T., Veerapen, K., Heeneman, S., Freeman, A., & Van der Vleuten, C. (2021). Ottawa 2020 consensus statements for programmatic assessment: 2. Implementation and practice. Medical Teacher, 23(10), 1149-1160. https://doi.org/10.1080/0142159X.2021.1956681
Wierdsma A., & Swieringa, J. (2017). Lerend organiseren en veranderen. Noordhoff Uitgevers.