Hogeschool van Amsterdam: HBO ICT (2021)

De opleiding kent 6 hbo-competenties, die zijn uitgewerkt in deelcompetenties en bijbehorend gedrag. De competenties vormen de ruggengraat van de opleiding, omdat ze telkens terugkomen en studenten hier longitudinaal aan kunnen werken. Studenten ontwikkelen deze competenties door te werken aan beroepstaken, waarin ook het WAT, dus de inhoud van de ICT-opleiding terugkomt. Het semester in het 3^e jaar van de leerroute bestaat uit twee blokken. In het eerste blok ligt de focus op de theoretische verdieping waarin de studenten het geleerde toepassen op een fictieve case. In het tweede blok werken de studenten in een team aan een praktijkopdracht, en tussendoor is er een internationaal project.

De leerroute bestaat uit twee blokken van 15 EC. De studenten werken per blok aan ongeveer 10 datapunten, die allemaal zijn gekoppeld aan de competenties. Voorbeelden van datapunten zijn grote beroepsproducten die zijn opgesplitst in een aantal delen of hoofdstukken, essays, kennistoetsen, presentaties, afstemming van de opdracht met de opdrachtgever en reflecties op het teamwork. Studenten krijgen narratieve feedback op hun datapunten met behulp van een feedbackformulier waarin de competenties centraal staan. De datapunten worden verzameld in een portfolio in Brightspace, waarover de student de regie heeft.

De opleiding probeert een feedbackcultuur te stimuleren. Bij alle datapunten krijgen studenten narratieve feedback, die zij zelf vastleggen in Brightspace. De docent checkt en accordeert de feedback. Na afloop van het beslismoment schrijft de student een “reflective note” waarin hij terugblikt op het CGI en leerpunten noteert. Ook wordt gewerkt met “retrospectives”: studenten werken in groepjes samen aan een product en blikken terug op het product, het proces en hun samenwerking. Uit de eerste praktijkervaringen blijkt dat studenten wellicht nog meer begeleiding nodig hebben op het leggen van de koppeling tussen hun datapunten en de competenties. Ook gaat de opleiding de didactiek verder uitwerken, zodat de competenties een nog betere plek krijgen in de lessen.

Er zijn twee beslismomenten per semester, per blok van 15 EC. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van een criteriumgericht interview (CGI). Twee docenten bekijken het portfolio van de student en voeren een STARR-gesprek met de student. Eén docent is onafhankelijk. Per competentie wordt een holistische beslissing genomen. Voor het bepalen van het uiteindelijke cijfer heeft de opleiding een aantal beslisregels opgesteld. Als één competentie nog onvoldoende blijkt, dan kan de student remediëren en 2 weken later nogmaals het CGI doen. Als meer competenties nog niet zijn aangetoond, dan moet de student het blok opnieuw doen, waarbij wel datapunten kunnen worden gerecycled. Vertragen of versnellen binnen een blok is nog niet mogelijk.