HAS Toegepaste Biologie: ambitieuze plannen voor programmatisch toetsen (2021)

Samen met Aeres Hogeschool en het werkveld is er een landelijk opleidingsprofiel vastgesteld in 2020. De opleiding vertaalt dit landelijk opleidingsprofiel naar vier eigen eindkwalificaties: toegepast praktijkonderzoek, adviseren, zelfmanagement en kennismanagement. Deze eindkwalificaties worden vervolgens vertaald naar leeruitkomsten (LU’s) op drie niveaus. Op niveau 1 (propedeuse) werken studenten gedurende kortere tijd en vaker in groepjes aan minder complexe opdrachten. Op niveau 2 (stagebekwaam) werken studenten meer multidisciplinair en neemt de complexiteit toe, vooral bij de eindkwalificaties ‘toegepast onderzoek’ en ‘adviseren’. Niveau 3 is het eindniveau en studenten tonen daarmee aan dat ze afstudeerbekwaam zijn. De opleiding kent vier inhoudelijke thema’s: dier, ecologie, plant en (humane) voeding. Studenten mogen tijdens de opleiding een keuze maken voor één van de vier inhoudelijke thema’s. Ze beginnen altijd breed, maar krijgen de mogelijkheid gedurende de opleiding om zich steeds meer te gaan specialiseren. Studenten dienen alle vier de eindkwalificaties te behalen binnen alle vier inhoudelijke thema’s.

Het schooljaar 2021-2022 stond in het teken van het invullen van de datapunten en het ontwerpen van het bijbehorende onderwijs. Op het moment van schrijven staan de datapunten voor jaar 1 vast. De datapunten voor de overige jaren staan nog niet vast. De opleiding wil graag in jaar 1 en 2 meer vastgelegde datapunten aanbieden en studenten in jaar 3 en 4 de ruimte geven om zelf datapunten te kiezen of aan te dragen waarmee ze richting hun afstuderen kunnen werken. De opleiding wil een onderscheid gaan maken tussen beroepsproducten (gekoppeld aan de beroepspraktijk zoals bijvoorbeeld een adviesrapport) en schoolproducten (gericht op zichtbaar maken van de eigen ontwikkeling). Voor de beroepsproducten is het belangrijk dat de datapunten gekoppeld zijn aan real life projecten, het liefst met een externe opdrachtgever. Voor het toetsen van kennis maakt de opleiding gebruik van vier voortgangstoetsen per jaar. Daarnaast heeft elk kennisdomein (dier, ecologie, plant en (humane) voeding) een datapunt dat in het teken van kennis staat en waar kennis getoetst wordt op een manier die past bij de betreffende leeruitkomsten.

Alle studenten zijn lid van een learning community. Ze bespreken met hun coach en binnen hun coachgroep (learning community) de datapunten, het leerproces en hoe om te gaan met de datapunten. Er is binnen de learning community ook aandacht voor het oefenen met feedback en studenten geven en ontvangen (peer)feedback op hun ontwikkeling binnen de learning community. De bedoeling is om deze feedback een vast onderdeel van de studie te laten worden, zodat het mede vorm kan geven aan het leertraject van de studenten. Halverwege een onderwijsperiode vindt een gesprek met de coach plaats waarin een tussenopname wordt besproken richting het beslismoment. De tussenopname is een één-op-één gesprek tussen de student en de coach waarbij ze samen het portfolio induiken om te kijken hoe de student ervoor staat aan de hand van de datapunten tot dan toe. In jaar 1 is dit na 10 weken, halverwege de beslisperiode. Naarmate de beslismomenten verder uit elkaar komen te liggen in de hogere jaren, zal het initiatief voor deze gesprekken steeds meer bij de student komen te liggen. Om hun rol als coach goed didactisch en inhoudelijk vorm te kunnen geven, gaan de docenten van de opleiding gezamenlijk een driejarig scholingstraject in rondom feedbackgeletterdheid gebaseerd op het werken vanuit hoge verwachtingen. Wanneer de ontwikkeling van een student achterblijft, vindt na beslismomenten remediëring plaats middels een persoonlijk plan, wat door de student ontwikkelt moet worden in overleg met de coach en de besliscommissie.

De opleiding is van plan om in de propedeuse over 2x 30 EC te beslissen, in jaar 2 over 60 EC en in jaar 3 en 4 over 120 EC. Voor deze beslissing wil de opleiding gebruik maken van een besliscommissie, waarbij geldt: hoe groter de beslissing, hoe groter de expertise. De expertise van beoordelaars die een rol krijgen in de besliscommissie zit in hun ervaring als docent, hun overzicht over het werkveld, aanvullende cursussen (bovenop BKE) en de mate waarin ze bekend zijn met programmatisch toetsen. Zo kunnen zij de ontwikkeling van de individuele student plaatsen in het grote geheel en vandaar uit een holistisch oordeel vellen over de ontwikkeling van de student. De opleiding wil in de toekomst bij de beslissing over het toekennen van het diploma experts uit het werkveld in gaan zetten. Twee van de in totaal zeven examinatoren beoordelen onafhankelijk van elkaar het portfolio en bereiken in overleg een gezamenlijke beslissing. Twijfelgevallen worden door het volledige beslisteam besproken. De coach is nooit betrokken bij de beslissing over zijn eigen studenten, maar levert wel input voor de besliscommissie en formuleert een adviesoordeel.