Meer waarde van de les door formatieve evaluatie
Door: Ank Jansen (docent Hogeschool Rotterdam)
Ik weet het nog goed, dat moment dat ik ineens besefte: ik geef wel feedback aan studenten, maar wanneer check ik eigenlijk wat de studenten in mijn les geleerd hebben? Met andere woorden: fase 3 van de formatieve toetscyclus (Baartman & Gulikers, 2017) en strategie 2 van Wiliam & Leahy (2018) gebruik ik eigenlijk onvoldoende bewust. En dan zeg ik bewust, want ik let in de klas natuurlijk wel op wat studenten doen en zeggen. Maar vaak is dat dan toch gekoppeld aan opdrachten met een summatief karakter.
Werk aan de winkel dus! Ik ben mijn micro-toetsrevolutie begonnen met n=9. Collega Kristel deed mee met n=12. We beginnen klein, want implementatie van formatieve evaluatie moet je in kleine stapjes doen (Wiliam & Leahy, 2018). Op die manier kan je het in je routine inbouwen.
We zijn gestart bij jaar 1. De studenten schrijven op basis van desk research een paper. Eerder geleerde zaken (onderzoek, schrijven) worden kort herhaald en door studenten zelfstandig toegepast voor een onderwerp naar eigen keuze. Twee keer per week is er een bijeenkomst van 100 minuten. We hebben onze formatieve evaluatietechniek als volgt uitgevoerd:
Student: aan het eind van de les in stilte aanvullen van zes zinnen op papier (geïnspireerd op het leerlogboek uit Wiliam & Leahy, 2018)
* ik had meer kunnen leren als…
* ik was verrast door…
* ik was vooral geïnteresseerd in…
* één ding dat ik geleerd heb, is…
* ik wil meer weten over…
* ik snap niet…
Docent: na de les antwoorden van de studenten bekijken en de volgende les voorbereiden op basis van studentantwoorden
Zowel Kristel als ik zijn tevreden met de resultaten. Er waren vier veranderingen merkbaar.
Als eerste konden we beter onze lessen vormgeven naar de behoeften van de studenten. De studenten merkten dat ook: op z’n minst liet ik de laatste twee vragen de volgende les terugkomen.
Het invullen van het formulier heeft mij verder geholpen, omdat dingen die ik eerst niet snapte, in de volgende les werden toegelicht.
We pasten dus de manier van lesgeven aan op basis van de punten die we terugkregen van de studenten. Zo gebruikte ik bij theorieblokken uitgeprinte sheets, omdat studenten hadden aangegeven dat ze zich beter konden concentreren als de laptops dicht konden blijven. Daarnaast boden zowel Kristel als ik meer ruimte om zelfstandig en in stilte te werken, omdat studenten hadden aangegeven dat ze dan beter kunnen leren.
Ten tweede, Kristel merkte dat de studenten op papier wel aangeven wat ze nodig hadden, terwijl ze dat mondeling niet deden. Kristel had dan ook een klas waar de binding niet zo goed was en ze had ervoor gekozen geen namen in te laten vullen. Ik heb juist wel namen in laten vullen. Dit maakte het, ten derde, mogelijk om in de les kleine aanpassingen te doen voor individuele studenten. Bijvoorbeeld een student die korte instructies kreeg over een onderdeel dat pas later in de cursus aan bod zou komen, omdat zij er al eerder behoefte aan had.
Tot slot, een mooie bijkomstigheid is dat studenten over hun eigen leerproces gaan nadenken.
Door het invullen ging ik kritisch naar mezelf kijken en beseffen wat de les me heeft bijgebracht.
Conclusie: we konden door formatieve evaluatie meer waarde toevoegen aan de bijeenkomsten met studenten. Voor mezelf om wanneer nodig in de les de manier van lesgeven bespreekbaar te maken met de studenten én lessen aan te passen. Maar ook voor de student, die zo voor zichzelf en het eigen functioneren de les evalueert.
Bronnen
Baartman, L. & Gulikers, J. (2017). Doelgericht professionaliseren: formatieve toetspraktijken met effect! Wat DOET de docent in de klas? Overzichtsstudie uitgevoerd met subsidie van het NRO-PPO, dossiernummer 405-15-722. Gedownload op 19 juni 2018 van https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2015/09/Inhoudelijke-eindrapport_NRO-PPO-405-15-722_DEF.pdf.
Wiliam, D. & Leahy, S. (2018). Formatieve assessment integreren in de praktijk. Rotterdam: Bazalt.