Machtsrelaties in toetsing

2 maart 2021| Tags:, | Tags:

Veronica Bruijns

Summatieve toetsing is bij uitstek het terrein waarop de machtsrelatie tussen docenten en studenten tot uiting komt. Bij een traditionele rolverdeling in het onderwijs stellen studenten de prangende vraag: moet ik dit leren voor de toets? Of dat zo is en of het daadwerkelijk in de toets terugkomt bepaalt de docent. Door studenten zichzelf te laten beoordelen bij summatieve toetsing willen we een grotere autonomie geven, zodat ze meer sturing kunnen geven aan hun eigen leerproces. Of dit slaagt hangt van meerdere factoren af en macht is hierbij een niet te onderschatten factor. Het is een lastig en onderbelicht fenomeen. Nu een actievere rol van studenten bij toetsing steeds gangbaarder wordt, is het hoog tijd om ons hier verder in te verdiepen.

Kelvin Tan heeft al in 2004 betoogd dat een diepgaander besef over macht nodig is als we studenten een grotere rol geven bij toetsing, bijvoorbeeld bij de beoordeling. Buiten Tan zijn er weinig onderzoekers te vinden die ingaan op de machtsrelatie bij toetsing. Sadler (1989) stelde dat studenten een actieve rol geven bij toetsing voor docenten betekent ze toelaten op een gebied waar docenten gewend waren de bepalende rol te vervullen. Het kan docenten het idee geven dat het hun gezag als docent ondermijnt. Tarras (2008) sluit hierbij aan: het geeft studenten toegang tot macht die docenten hebben. Docenten zien het als hun specifieke professionaliteit om te beoordelen en dat is niet het terrein van de student. Beide auteurs geven aan dat docenten het als uniek onderdeel beschouwen van hun vak: het geeft ze een specifieke positie.

Tan onderscheidde drie vormen van macht: soeverein, epistemisch en disciplinair. Nimienen (2020) heeft deze drie machtsconcepten recent toegepast in een kwalitatief onderzoek onder studenten. Hij onderzocht aan de hand  van de drie concepten of wiskunde studenten zich door self assessment empowered voelden. Uit gesprekken met 26 studenten kwam naar voren dat ze bij alle drie de concepten zowel empowerment als disempowerment ervoeren.

Soevereine macht gaat uit van eenzijdige relatie tussen ‘heersers’ en ‘onderdanen’. De rol is bepalend in dit concept: de docenten zijn de ‘heersers’ en de studenten de ‘onderdanen’. De macht wordt uitgeoefend in de omgang met elkaar. De docent bepaalt en kan iets afdwingen. Uit het onderzoek kwam naar voren dat studenten dit concept het makkelijkst herkennen. Een deel van de studenten gaf aan dat self assessment ze meer macht gaf over hun eigen leren. Ondanks dat ze zichzelf konden beoordelen, vonden sommige studenten de macht nog steeds bij de docent lag. Veel studenten hadden twijfels over de validiteit van hun eigen oordeel en hechtten meer waarde aan de feedback van de docent. Zij voelden zich niet empowered. Ook als we een student dus een actieve rol geven kan de macht nog steeds bij de docent liggen. Dit gebeurt als er bij een summatieve self assessment uiteindelijk één geldende beoordeling is, namelijk die van de docent. Het self assessment is dan geldig als het oordeel van de student overeenkomt met het oordeel van de docent.

Epistemische macht ligt niet in de interpersoonlijke relaties, maar in de controle over wat er beoordeeld wordt en hoe dit plaatsvindt. Ook docenten zijn hierbij onderhevig aan bepaalde machtsfactoren. Het onderwijssysteem is bepalend en zowel studenten en docenten zijn onderworpen aan de institutionele regels en de vaak impliciete opvattingen over toetsing. Docenten zijn niet vrij in de inhoud van hun onderwijs: de beroepsgroep is bepalend voor de onderwerpen die in het curriculum aan de orde komen. Dit vormt tezamen het ‘dominante verhaal’ over onderwijs en toetsing. Self assessment in dit concept is niet het verschuiven van macht van docent naar student, maar het uitdagen van de institutionele opvatting over wat toetsing is, wie de inhoud bepaalt en wat bepalend is voor de kwaliteit. Bij epistemische macht gaat het om diepgeworteld ideeën over toetsing. De studenten uit het onderzoek van Nimienen refereerden self assessment aan hun eerdere ervaringen en ideeën over toetsing. Een traditioneel tentamen zagen ze als de standaard. In eerste instantie paste self assessment daarom niet in hun beeld over hoe wiskunde moet worden getoetst. Na toepassen schoven hun ideeën op en zien de meeste studenten self assessment als betere methode om inzicht te krijgen in hun eigen leren. Deze studenten voelden zich empowered. Hoe diepgeworteld dominante ideeën over toetsing zijn, bleek uit de uit het feit dat sommige studenten dachten dat self assessment een truc van de docent was. Deze studenten voelden zich niet empowered.

Disciplinaire macht is gebaseerd op de ideeën van de filosoof Michel Foucault. In dit concept is macht geen eigenschap van personen of instituties maar is macht voortdurend in ontwikkeling, wordt geproduceerd. In dit dynamische proces ontstaan nieuwe betekenissen en verhoudingen die de machtsrelaties beïnvloeden. Bij disciplinaire macht gaat het om het inzicht in hoe dit proces werkt.

Tan (2004) geeft als voorbeeld het proces dat plaatsvindt als studenten zichzelf gaan beoordelen aan de hand van criteria opgesteld door de docent. Is hier nog sprake van het concept ‘zelf’ omdat studenten geen subjectieve criteria kunnen hanteren, maar zich beoordelen aan de hand van door de docent bepaalde criteria? Hij concludeert dat studenten empowerment kunnen ervaren maar handelen binnen de gestelde grenzen van de docenten en de instelling, waardoor er nog steeds sprake is van disciplinering en controle. Van empowerment is pas sprake als studenten beseften dat zij beter in staat zijn om zichzelf te beoordelen dan een ander.

De overall conclusie van Tan is dat het complex is om de machtsrelaties te verleggen. Om studenten te empoweren is het daarom volgens Nieminen van belang om de onderliggende dominante ideeën over toetsing vooraf met de studenten expliciet te maken, zodat ze self assessment in de juiste context kunnen plaatsen. Het is dan te eenvoudig om alleen het ‘makkelijke’ concept van soevereine macht te hanteren. Ook de andere twee concepten moeten worden meegenomen in het expliciet maken van de machtsrelaties.

Referenties
Nieminen, J.H. (2020), Disrupting the power relations of grading in higher education through summative self-assessment. Teaching in Higher Education.

Tan, K.H.K. (2004) Does student self‐assessment empower or discipline students?, Assessment & Evaluation in Higher Education, 29:6, 651-662, DOI: 10.1080/0260293042000227209

Taras, M. (2008) Issues of power and equity in two models of selfassessment, Teaching in Higher Education, 13(1): 81-92.

Sadler, R. (1989) Formative assessment and the design of instructional systems, Instructional Science 18:119-144.

Foto: Markus Spiske via Unsplash

Ik zoek…

Nieuwsbrief ontvangen

Bijdrage leveren

Neem contact op als je een bijdrage wilt leveren aan Platform Leren van toetsen