Hogeschool Inholland: opleiding Pedagogiek (2020-2021)

De studenten ontwikkelen zich op zeven beroepskwaliteiten door te werken aan acht verschillende beroepstaken. De beroepskwaliteiten hebben betrekking op de focus van de pedagoog die gericht is op het versterken van het zelfregulerend vermogen van cliënten en het dienen van het pedagogisch belang van het kind. De beroepstaken waar studenten aan werken zijn afgeleid van de vier pedagogische contexten uit het landelijk opleidings-en competentieprofiel hbo-bacheloropleiding Pedagogiek 2019 (omgaan met ouder, kind, organisatie en persoonlijke ontwikkeling). Voorbeelden van beroepstaken zijn het ondersteunen van ouders/verzorgers in niet-problematische situaties en werken in een jeugdwijkteam.

Binnen een onderwijsperiode van tien weken waarbinnen er wordt gewerkt aan een specifieke beroepstaak zijn er ongeveer 5 tot 7 datapunten. Bij elk datapunt wordt aangegeven op welke beroepskwaliteiten  en beroepstaken het datapunt betrekking heeft. Meestal zijn er drie of vier datapunten die betrekking hebben op prestaties (het toepassen van vaardigheden of kennis) en drie of vier datapunten die meer gericht zijn op de persoonlijke ontwikkeling/reflectie. Datapunten die betrekking hebben op prestaties kunnen bestaan uit performance-assessment, presentaties, schriftelijke rapportages of kennisproducten. Datapunten gericht op de persoonlijke ontwikkeling kunnen bestaan uit 360-graden-feedback, expertfeedback, peerfeedback, zelfanalyses en zelfbeoordelingen. In het eerste jaar is er ruimte voor de studenten om zelf met leerbewijzen te komen maar dit hoeft niet. In leerjaar twee moeten studenten naast de verplichte datapunten ook zelf komen met bewijzen.

Op basis van de beroepstaken zijn leeractiviteiten uitgeschreven. Tijdens de leeractiviteiten ontvangen studenten voortdurend informele feedback van de docent en medestudenten gericht op de specifieke taak. Voor het eind- en/of tussenproduct van de leeractiviteit wordt gestandaardiseerde expertfeedback gegeven door de docent aan de hand van een formulier waarin feedup, feedback en feedforward gegeven wordt. De eindproducten van de leeractiviteiten worden veelal meegenomen als datapunt. Deze datapunten (het product en de feedback hierop) worden vastgelegd door in Mahara, de portfolioapplicatie van Moodle studenten in het learning management systeem ‘Moodle’ waarbinnen een portfolio applicatie beschikbaar is. Aan het eind van iedere onderwijsperiode/beroepstaak vindt er een ontwikkelgesprek plaats tussen de student en de leercoach, waarbij de focus met name ligt op de langdurige persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling van de student. De docenten geven dus voornamelijk feedback op de taakuitvoering en de daarbij relevante beroepskwaliteiten  en de leercoach focust meer op de algemene ontwikkeling van de student.

In een jaar zijn vier beslismomenten van 12 EC op basis van het portfolio dat studenten hebben opgebouwd aan de hand van de datapunten uit een beroepstaak/onderwijsblok van 10 weken. De theoretische kennisbasis wordt per periode vooralsnog apart summatief getoetst (3 EC). Het portfolio wordt beoordeeld door de besliscommissie aan de hand van de kernaspecten van de beroepstaak (bijvoorbeeld kwaliteit van de taakuitvoering op proces en productniveau) en de beroepskwaliteiten in de context van de beroepstaak). De besliscommissie bestaat uit vier vaste commissieleden  en twee docenten uit het blokteam (het team dat verantwoordelijk is voor alle leeractiviteiten die in dat blok gegeven worden). Wanneer studenten in het portfolio onvoldoende laten zien dat ze de beroepskwaliteiten (in de context van beroepstaak) beheersen kunnen zij remediëren via een persoonlijk remediëringstraject.