De docent maakt het verschil, ook bij feedback
Ank Jansen (docent Hogeschool Rotterdam)
Het was een wake-up-call, dat onderzoek van mij. Natuurlijk weet ik uit het onderzoek van Hattie (2014) dat de docent een belangrijke rol speelt in het leer- en dus feedbackproces van de student, maar zo belangrijk?
De afgelopen maanden heb ik bij de opleiding Communicatie (Hogeschool Rotterdam) onderzocht wat studenten belangrijk vinden bij het ontvangen van feedback. Wanneer ervaren ze feedback als positief en wanneer als negatief? En wanneer gaan ze er nu werkelijk mee aan de slag? Samen met Martijn Leenknecht (HZ University of Applied Sciences) schreef ik hierover een eerdere blog, waarin we stelden dat een positieve toon een voorwaarde is voor goede feedback, net als toelichting op de feedback.
Maar wat vinden onze studenten? De docent maakt het verschil! Allereerst door autoriteit te zijn in het vakgebied. In hun ogen betekent dat vooral dat een docent boven de lesstof staat doordat hij praktijkervaring heeft. De studenten staan meer open voor feedback van iemand tegen wie ze opkijken. Ze gaan ook eerder aan de slag met de feedback, omdat ze bij een autoriteit hun beste beentje voor willen zetten. Zo’n docent geeft veel praktijkvoorbeelden, vertelt over de eigen werkervaring en geeft voorbeelden zodat het denkproces van de student geactiveerd wordt. De docent legt ook goed uit.
Daarnaast heeft een docent invloed op het feedbackproces door een goede werkrelatie te hebben. Hierdoor geeft de docent de student zelfvertrouwen en motivatie. Dit kan een docent doen door individuele aandacht te geven, tijd te maken voor vragen en te enthousiasmeren voor de cursus die hij geeft. De docent moet als het ware ‘ambassadeur’ zijn van de cursus, dus de cursus die een docent geeft moet ook echt bij hem passen.
Ook de toon van de feedback speelt een rol. De studenten bij de opleiding Communicatie willen graag een positief kritische toon, die hen aan de ene kant het vertrouwen geeft dat ze de opdracht aankunnen en aan de andere kant eerlijk en realistisch is. Fout is immers fout. Pas dan weten ze hoe ze hun werk kunnen verbeteren. Afkraken, alleen maar zeggen wat er niet goed is, zonder uitleg en zonder aan te geven wat wel goed gaat, is uit den boze. Onze stelling uit de vorige blog dat een positieve toon een voorwaarde is voor goede feedback wordt hiermee bevestigd.
Natuurlijk geven de studenten ook aan dat ze willen weten wat ze wel en niet goed gedaan hebben en waarom. Ook de toelichting op de feedback vinden de Communicatie studenten dus belangrijk. Maar het feedbackproces start op het moment dat docent en student elkaar leren kennen. Als een docent dan zijn autoriteit laat zien en zijn interesse in de student toont, dan legt hij daarmee de basis voor een vruchtbare werkrelatie die voorwaarde is voor een effectief feedbackproces.
Ank Jansen is docent bij de opleiding Communicatie van de Hogeschool Rotterdam. Zij voerde dit verkennende onderzoek uit onder 11 studenten. Vijf studenten zijn net voor én na een les met geplande feedback geïnterviewd, zodat duidelijk werd wat ze bij dit specifieke feedbackgesprek belangrijk vinden. De vragen waren gericht op een werkelijke situatie om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen. Zes studenten deden mee aan een focusgroep bijeenkomst om de resultaten uit de interviews te toetsen en verrijken. Het volledige onderzoeksrapport is op te vragen via janan@hr.nl.
Hattie, J. A. (2014). Leren zichtbaar maken. Bazalt Educatieve Uitgaven.